Besparen energie met

Vloerisolatie

Als je geïnteresseerd bent in vloerisolatie en je besluit om het uit te laten voeren door een gespecialiseerd isolatiebedrijf, worden doorgaans de volgende stappen doorlopen:

Proces vóór uitvoering

Allereerst komt het isolatiebedrijf langs om de specifieke situatie te bekijken. Tijdens deze afspraak worden de onderkant van de begane grondvloer en de kruipruimte geïnspecteerd. Gedurende deze inspectie wordt onder andere gekeken naar de hoogte van de kruipruimte, de hoeveelheid vocht, de aanwezige ventilatievoorzieningen en of er veel puin in de kruipruimte aanwezig is. Op basis van de inspectie en persoonlijke (comfort)wensen neemt het isolatiebedrijf vervolgens de mogelijkheden door en maakt men een offerte.

Als je met het isolatiebedrijf in overeenstemming bent gekomen over de prijs, wordt een datum afgesproken waarop de isolatie onder de vloer kan worden aangebracht.

Proces tijdens uitvoering

Het isolatiebedrijf zal je verzoeken de obstakels naar en rondom de kruipruimte vrij te maken, zodat zij de ruimte hebben om de werkzaamheden goed uit te voeren. Afhankelijk van het gekozen isolatiemateriaal zal het isolatiebedrijf de onderkant van de vloer isoleren door het isolatiemateriaal er tegenaan te spuiten of te bevestigen met speciale bevestigingsmiddelen. Bij gespoten materialen mag je tijdens de werkzaamheden en 2 uur na het gereedkomen van de werkzaamheden niet in de woning aanwezig zijn. Bij niet gespoten materialen ondervind je over het algemeen geen overlast op het moment dat het isolatiebedrijf de isolatie aan het aanbrengen is. Het isolatiebedrijf zal er tevens voor zorgen dat na afloop alles netjes wordt weggewerkt en opgeruimd.

Je kunt de onderkant van de vloer met verschillende soorten materialen isoleren. In de praktijk worden door de isolatiebedrijven veelal de volgende isolatiematerialen gebruikt:

• Polyurethaan (PUR) / Ecospray / Jetspray  (isolatiewaarde = λ 0,023-0,032);
• Thermoskussens/prestatiefolie (isolatiewaarde = +/- λ 0,026);
• Isolatieplaten (diverse isolatiewaarden)

Deze isolatiematerialen hebben allemaal een goede isolatiewaarde en zijn zeer geschikt om te gebruiken als vloerisolatie.

Polyurethaan (PUR)/Ecospray/Jetspray

Polyurethaan (purschuim)/Ecospray/Jetspray vloerisolatie wordt tegen de onderkant van de vloer aan gespoten. Dit gebeurt middels een speciaal spuitpistool. Op het moment dat het isolatiemateriaal gespoten wordt, is het materiaal nog vloeibaar. Het materiaal zet uit en droogt op tot een harde isolerende plaat die zich aan de onderkant van de vloer hecht.

Polyurethaan (PUR)/Ecospray vloerisolatie:

• Naden en kieren worden door de uitzetting van het schuim volledig afgedicht; 
• Heeft een goede isolatiewaarde. Dit zorgt voor een aangenaam binnenklimaat en een forse besparing op de energierekening;
• PUR is in principe brandwerend, maar niet brandvast. Bij verbranding komen giftige stoffen vrij;
• Snel in uitvoering en bewerkbaarheid, de vloer is binnen een dag geïsoleerd;
• De ondergrond waarop het wordt aangebracht hoeft niet vlak te zijn;
• Het hecht zich aan iedere ondergrond zolang deze droog, stof- en vetvrij is (beton, hout, etc.).

Jetspray is een gespoten minerale wol. Dit is een milieuvriendelijker alternatief voor PUR/Ecospray. Omdat het een dampopen materiaal is moet de kruipruimte wel volledig droog zijn, anders kan de isolatielaag het vocht opnemen waardoor de isolerende werking minder wordt. Het toepassen van een dampwerende bodemafsluiting kan hier een oplossing voor zijn.

Thermoskussens/prestatiefolie (isolatiefolie)

Een andere manier voor isolatie van de onderkant van de vloer is de toepassing van thermoskussens of prestatiefolie. Thermoskussens bestaan uit een plasticfolie met een dun aluminiumlaagje dat een hoge reflectiewaarde heeft. De thermoskussens kunnen zowel tegen de onderkant van een betonnen als een houten vloer worden bevestigd. Het materiaal is opvouwbaar en ziet eruit als een klein pakket aluminiumfolie. Wanneer de folie echter is bevestigd aan de onderzijde van de vloer en het isolatiemateriaal wordt uitgevouwen, worden er meerdere luchtlagen gevormd. Deze luchtlagen hebben een isolerende buffer en zorgen er voor dat de begane grondvloer minder warmte uitstraalt en warmte verliest in de richting van de kruipruimte. Dit komt doordat de folie een warmtereflecterende eigenschap heeft en ervoor zorgt dat de warmte die weglekt uit de woning wordt gereflecteerd. 

Meestal worden thermoskussens of prestatiefolie's aangebracht in combinatie met een bodemfolie. Deze bodemfolie zorgt ervoor dat het vocht niet naar boven komt en kan als bijkomend effect hebben dat de muffe lucht uit kruipruimte verdwijnt.

Thermoskussens/prestatiefolie vloerisolatie:

• Isolatiemateriaal kan ook zelf aangebracht worden;
• Toepasbaar op houten en betonnen vloeren;
• In combinatie met bodemfolie die de bodem afdekt en afsluit, heb je aanzienlijk minder last van vocht en geen muffe lucht in de kruipruimte;
• De thermoskussens / prestatiefolie's hebben een goede isolatiewaarde. Dit zorgt voor een aangenaam binnenklimaat en een forse besparing op de energierekening;
• Is niet brandwerend, maar bij brand vormen zich geen giftige stoffen.

Isolatieplaten

Het is ook mogelijk de onderkant van de vloer te (laten) isoleren met isolatieplaten. Er zijn meerdere soorten plaatmaterialen die worden gebruikt voor vloerisolatie. Een aantal veel voorkomende materialen zijn:

- Glaswolplaten (λ 0,034-0,036);
- Steenwolplaten (+/- λ 0,035);
- Polyisocyanuraat (PIR) platen (λ 0,026-0,035);
- Polyurethaan (PUR) platen (λ 0,026-0,035);
- Geëxpandeerd polystyreen (EPS) platen (piepschuim) (+/- λ 0,035);
- Geëxtrudeerd polystyreen (XPS) platen (+/- λ 0,027).

Elk van bovenstaande materialen is goed geschikt om de onderkant van de vloer mee te isoleren en hebben tevens goede isolatiewaarden.

De plaatmaterialen worden veelal bevestigd aan de onderkant van de vloer door ze te plakken, te klemmen of ze worden bevestigd met speciale montagepennen. Wat het beste materiaal is hangt af van het type vloer en de situatie in de kruipruimte. Uiteraard speelt hierin ook de persoonlijke voorkeur mee.

Randvoorwaarden bij uitvoering met gespoten materialen (bijvoorbeeld PUR/Ecospray/Jetspray):

• Er dient een kruipruimte (ruimte onder de begane grondvloer) aanwezig te zijn;
• De hoogte van de kruipruimte dient na het uitvoeren van de isolerende maatregelen nog minimaal 35 cm te zijn. Dit wordt gemeten vanaf de onderkant van de vloer;
• De kruipruimte dient puinvrij te zijn;
• Er mag geen water in de te isoleren ruimte staan;
• Bij een houten vloer mag de ondergrond niet vochtiger zijn dan 20%;
• Bij steenachtige ondergronden mag geen sprake zijn van druppelvorming, anders moet dit voor uitvoering met bijvoorbeeld een handdoek weggehaald worden;
• De kruipruimte dient voldoende ventilatie te hebben. Indien dit nog niet het geval is, moeten er (extra) ventilatieroosters aangebracht worden.

Randvoorwaarden bij uitvoering bij met de hand aangebrachte materialen (bijvoorbeeld thermoskussens of prestatiefolie):

• Er dient een kruipruimte (ruimte onder de begane grondvloer) aanwezig te zijn;
• De hoogte van de kruipruimte dient na het uitvoeren van de isolerende maatregelen nog minimaal 35 cm te zijn. Dit wordt gemeten vanaf de onderkant van de vloer;
• De kruipruimte dient puinvrij te zijn;
• Er mag geen water in de te isoleren ruimte staan;
• Houten balken in de kruipruimte mogen niet vochtiger zijn dan 20%.
• De kruipruimte dient voldoende ventilatie te hebben. Indien dit nog niet het geval is, kunnen er ventilatieroosters aangebracht te worden.

Randvoorwaarden bij uitvoering met plaatmaterialen (bijvoorbeeld minerale wolplaten):

• Er dient een kruipruimte (ruimte onder de begane grondvloer) aanwezig te zijn;
• De hoogte van de kruipruimte dient na het uitvoeren van de isolerende maatregelen nog minimaal 35 cm te zijn. Dit wordt gemeten vanaf de onderkant van de vloer;
• De kruipruimte mag niet te vochtig zijn;
• Je dient dampdoorlatende isolatiematerialen te gebruiken;
• De afmeting van het kruipluik dient vaak minimaal 40*60 cm te zijn (i.v.m. het aanvoeren van de stevige isolatieplaten);
• De kruipruimte moet puinvrij zijn;
• De kruipruimte dient voldoende ventilatie te hebben. Indien dit nog niet het geval is, kunnen er ventilatieroosters aangebracht te worden;
• Houten balken in de kruipruimte mogen niet vochtiger zijn dan 20%.

Vloerisolatie brengt naast de vele voordelen ook een aantal belangrijke aandachtspunten met zich mee. Indien je de vloer laat isoleren door een gespecialiseerd bedrijf, is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de volgende aandachtspunten:

• Het is belangrijk dat er voldoende ventilatie onder de vloer aanwezig is. Indien er niet voldoende ventilatie is, kunnen er ventilatiekokers worden aangebracht;
• Wanneer er bij houten constructievloeren als vloerafwerking een dampdichte laag aanwezig is, zoals bijvoorbeeld een reflecterende folie onder de laminaatvloer, dien je hier rekening mee te houden. Sluit de vloer dan niet aan de onderzijde af met een dampdicht materiaal;
• Wanneer je kiest voor thermoskussens is het verstandig om dit te doen in combinatie met bodemfolie. Door deze folie wordt de kruipruimte droger;
• Leidingdoorvoeren dienen goed en naadloos te worden dichtgezet;
• Controleer van tevoren of er geen vocht in de kruipruimte aanwezig is;
• Zorg er voor dat de leidingen goed toegankelijk en bereikbaar blijven.

Extra aandachtspunten bij toepassing van plaatmaterialen:

• Let er op dat de platen goed klemmen tussen de vloerbalken of goed bevestigd worden aan de onderkant van de vloer. Prop de platen er echter niet tussen. De platen moeten net aan klemmend zijn. De ondergrond moet ook vlak zijn, anders ontstaan er open ruimten tussen de vloer en isolatiemateriaal. Dit kan tot gevolg hebben dat er vochtproblemen ontstaan;
• Let goed op dat je een plaatmateriaal kiest dat dampdoorlatend is. Indien je een plaatmateriaal kiest met een dampremmende laag, is de kans op vochtproblemen een stuk groter;
• Let er tevens op dat de naden tussen de platen goed worden afgedicht met speciale afdichtingstape (luchtdicht).

Extra aandachtspunten als je in het bezit bent een van Kwaaitaalvloer:

In de jaren ’60 en ’70 moesten in een zeer korte periode veel woningen gebouwd worden. Om het productieproces te versnellen is calciumchloride toegevoegd aan het beton. Calciumchloride zorgt er voor dat het beton sneller hard wordt. Vloeren die met calciumchloride zijn verhard worden ook wel Kwaaitaalvloeren genoemd. Het gevolg van het aanbrengen van de calciumchloride heeft er onder andere voor gezorgd dat in veel vloeren roest in de wapening is ontstaan. Dit kan soms gevaarlijke situaties tot gevolg hebben. Een Kwaaitaalvloer is te herkennen aan de gewelfde vloerelementen en mogelijk aan de volgende eigenschappen:

• Zichtbaar wapening dat is verroest;
• Vloerelementen die zijn verzakt;
• Beton in de vloer heeft roestplekken;
• Scheurvorming in het beton.

Deze vloeren zijn veel toegepast in de bouwperiode 1965-1983. Indien je twijfelt of je in het bezit bent van een Kwaaitaalvloer, is het verstandig om een specialist naar vloer te laten kijken. Indien je een Kwaaitaalvloer hebt, dan kan de specialist beoordelen of het verstandig is om vloerisolatie toe te passen. Over het algemeen zal het advies zijn om de vloer niet te isoleren. Door de vloer te isoleren is het niet meer mogelijk om de vloer te inspecteren. Hierdoor wordt vaak bij vochtige kruipruimten aanbevolen om een bodemisolatie toe te passen in plaats van een vloerisolatie. Een vochtige kruipruimte verhoogt namelijk het risico op problemen bij Kwaaitaalvloeren.

Een voorbeeld van een Kwaaitaalvloer met roestvorming op de wapening.

Veel mensen denken dat het isoleren van de onderkant van de begane grondvloer veel werk, tijd en overlast met zich meebrengt. Het tegendeel is echter waar. In bijna alle gevallen is de vloer binnen één dag geïsoleerd en kun je direct genieten van het extra comfort in je woning. 

De kosten voor vloerisolatie kunnen afhankelijk zijn van een aantal elementen. Denk hierbij aan het type isolatiemateriaal, de isolatiewaarde van het materiaal, de hoogte van de kruipruimte en de arbeidscomponent voor het aanbrengen van het materiaal onder de vloer. 
Gespoten materialen zijn relatief snel aan te brengen. Kijkende naar de kosten van gespoten materialen variëren deze gemiddeld rond de € 30,- tot € 40,- per vierkante meter. Materialen die met de hand worden aangebracht zijn veelal iets bewerkelijker. Hierbij liggen de kosten gemiddeld rond de € 40,- tot € 50,- per vierkante meter. In beide manieren van uitvoeren (gespoten of handmatig aanbrengen) is qua isolatiewaarde uitgegaan van een minimale Rd-waarde van 3,5. De Rd-waarde staat voor de verklaarde (d) warmteweerstandswaarde (R) van het isolatiemateriaal met een bepaalde dikte. Een minimale Rd-waarde van 3,5 is vereist om in aanmerking te komen voor de ISDE-subsidie. Een hogere isolatiewaarde is met name aan te bevelen bij toepassing van vloerverwarming, een totale isolatie van de vloer (Rc-waarde) van 5,0 zou dan optimaal zijn.

De bovenstaande prijzen zijn op basis van het laten aanbrengen van vloerisolatie door een gespecialiseerd isolatiebedrijf. Bij een gemiddelde tussenwoning van 50 m2 zal de totale prijs circa € 1.500,- tot € 2.500,- bedragen.

Voor het isoleren van de onderkant van de begane grondvloer is geen vergunning nodig. Indien je in het bezit bent van een monumentaal pand is wel een vergunning nodig, neem in dat geval contact op met de gemeente.

Rd-waarde: de warmteweerstand van een materiaal.
Rc-waarde: de warmteweerstand van de constructie.

Elk materiaal heeft een bepaalde warmteweerstand (Rd). Dit geeft aan hoe goed warmte wordt tegengehouden. De d in Rd-waarde staat voor ‘declared’, de waarde zoals een fabrikant opgeeft. Hoe hoger het getal, hoe meer warmte wordt tegengehouden en dus hoe beter de warmteweerstand van het materiaal is. Een Rc-waarde is de verschillende warmteweerstanden (Rd’s) van de verschillende materialen bij elkaar opgeteld. Een voorbeeld: bij een spouwmuur bestaat de Rc-waarde uit de opgetelde Rd-waarden van de buitenmuur, luchtspouw, isolatiemateriaal en de binnenmuur.

Een nieuwbouwwoning wordt minimaal geïsoleerd volgens de eisen in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL, voorheen Bouwbesluit):

Vloer: minimaal Rc-waarde 3.7
Gevel: minimaal Rc-waarde 4.7
Dak: minimaal Rc-waarde 6.3

Bij het isoleren van een bestaande woning zou het mooi zijn om de isolatiewaarden van het huidige BBL voor zover mogelijk te benaderen.

Zowel vloer- als bodemisolatie voorkomt dat kou en vocht vanuit de bodem opstijgt en via de vloer in huis terecht komt. De vloer voelt daardoor warmer aan. De keuze is met name afhankelijk van de hoogte van de kruipruimte. We houden daarvoor de volgende hoogtes aan:

• Lager dan 30 centimeter: isolatieparels (bodemisolatie);
• 30 tot 45/50 centimeter: isolatiechips/wokkels of isolatiematrassen (bodemisolatie);
• Hoger dan 45/50 centimeter: vloerisolatie.

Als je een houten constructievloer hebt, dan is het belangrijk dat er geen vocht wordt opgesloten in het hout. Voordat de houten vloer geïsoleerd kan worden moet de ondergrond minder dan 20% vocht bevatten. Dit kan gerealiseerd worden door eerst een bodemfolie aan te brengen of door de kruipruimte eerst sterk te ventileren.

Bij een houten vloer moeten de ventilatiekokers lang genoeg zijn maar niet te dicht bij een strijkbalk (eerste balk van de buitenmuur) zitten. Daarnaast moet eerst worden vastgesteld dat er geen sprake is van optrekkend vocht door de fundering. Wanneer dit wel het geval is zal eerst de fundering geïnjecteerd moeten worden of een dampdichte laag onder de vloerconstructie in de fundering worden aangebracht. Werk bij voorkeur de bovenzijde van de vloer niet af met een dampremmende folie of vloerbedekking.

Het is belangrijk dat er wordt voldaan aan bovenstaande punten. Laat de vloer daarom ook altijd isoleren door een gecertificeerd bedrijf. Wanneer de vloer voldoet aan bovenstaande punten kan er met elk soort isolatiemateriaal worden geïsoleerd. Werk bij voorkeur bij een houten vloer met een met de hand aangebracht product in plaats van een gespoten materiaal. Dit met het oog op milieuvriendelijkheid en mate van recycling na afloop van de levensduur.

Is de kruipruimte niet hoog genoeg? Dan kan bodemisolatie een alternatief zijn. Kijk op onze pagina over bodemisolatie voor meer informatie over dit onderwerp.

Als je een betonnen vloer hebt, is er veel keuze aan isolatiematerialen. Als de kruipruimte hoog genoeg is, dan levert vloerisolatie het grootste effect. Hiervoor is het belangrijk dat er een toegankelijke kruipruimte aanwezig is die circa 45 tot 50 cm hoog is. Een isolatiespecialist heeft dan genoeg ruimte om isolatiemateriaal te bevestigen. Over het algemeen kan bij betonnen vloeren elk isolatiemateriaal worden toegepast.

Is de kruipruimte niet hoog genoeg? Dan kan bodemisolatie een alternatief zijn. Kijk op onze pagina over bodemisolatie voor meer informatie over dit onderwerp.

In sommige woningen is wel een kruipruimte aanwezig, maar is er geen toegang tot de kruipruimte. Het is dus verstandig om dit eerst uit te sluiten. Het kan handig zijn om de bouwtekeningen van de woning er op na te slaan (deze kunnen eventueel opgevraagd worden bij de gemeente). Als de buren een gelijke woning hebben, kan het ook helpen om daar eens een kijkje te nemen. Indien er wel een ruimte onder de woning aanwezig is, dan kan er vaak een luik worden gemaakt of een gat worden gegraven onder de fundering door om in de kruipruimte te komen. De meeste isolatiebedrijven kunnen dat voor je verzorgen tegen een meerprijs.

Indien blijkt dat er geen kruipruimte aanwezig is, dan kan een renovatievloer een optie zijn. Hierbij wordt de huidige vloer verwijderd, een gedeelte van het zand uitgegraven en een nieuwe isolerende vloer geplaatst. Dit kan in de vorm van een renovatievloer met liggers en broodjes, maar ook met schuimbeton.

Als de verdiepingshoogte het toelaat kan de vloer eventueel aan de bovenzijde geïsoleerd worden. Dit is een ingrijpende maatregel en zal niet altijd mogelijk zijn. De vloer zal hierdoor een stuk hoger komen te liggen wat gevolgen heeft voor onder andere drempels, deuren en plinten.

Voor betonvloeren die op zand gestort zijn is er een nieuwe methode ontwikkeld waardoor deze toch aan de onderzijde geïsoleerd kunnen worden. Hierbij worden met een robot om en om banen onder de vloer gegraven die vervolgens opgevuld worden met een isolerend en drukvast materiaal.

Juist als je vloerverwarming hebt is het verstandig de vloer goed te isoleren. Anders straalt er namelijk veel warmte weg naar de kruipruimte. Door de vloer te isoleren zorg je ervoor dat de warmte via de vloerverwarming goed wordt afgegeven aan de woning, daar waar je het wilt hebben. Zorg ervoor dat je bij vloerverwarming zo goed mogelijk isoleert. Normaal is een Rc-waarde van 3,5 voldoende maar bij vloerverwarming adviseren wij naar een Rc-waarde van 5,0 te gaan.

Bovenstaand twee infraroodfoto's, genomen vanuit de kruipruimte. Beide vloeren zijn voorzien van vloerverwarming.
Er gaat veel warmte verloren doordat de vloerverwarming warmte uitstraalt naar de kruipruimte.

Bijna alle isolatiematerialen hebben een lage milieu-impact. Isoleren is dan ook bijna altijd gunstig voor het milieu. Isolatie voor de woning bespaart 40 tot 400 keer zoveel energie als het kost om het materiaal te maken. De verschillen in milieubelasting tussen isolatiematerialen zijn erg klein vergeleken met de milieuwinst die het isoleren oplevert.

De productie en afvalverwerking van isolatiematerialen vormen maar een klein deel van de milieubelasting van woningbouw. Isolatiematerialen vormen minder dan 1 procent van de massa van de constructie. Dat terwijl in een zeer goed geïsoleerd huis een derde tot de helft van het volume van de constructie uit isolatiemateriaal bestaat. Isolatiematerialen bestaan voornamelijk uit verpakte lucht. Daarom is in een milieubeoordeling de isolatiewaarde (Rd-waarde) en levensduur van het materiaal het belangrijkst. Bijna alle isolatiematerialen gaan minimaal 75 tot 100 jaar mee. Alleen cellulose heeft een iets minder lange levensduur van minimaal 50 jaar.

Hieronder is een volgorde van de verschillende materialen op basis van de milieu-impact. Hierbij wordt rekening gehouden met de milieubelasting gedurende de hele levensduur, vanaf de winning van grondstoffen tot de afvalverwerking. Het milieuprofiel bestaat uit diverse milieueffecten, zoals uitputting van grondstoffen, klimaatverandering, toxiciteit en verzuring.

• Iets beter dan gemiddeld: vlaswol, glaswol, gerecycled katoen, EPS, biofoam en thermoskussens van warmte reflecterende folie.
• Gemiddeld: steenwol, XPS, PIR, resolschuim (PF) en cellulose.
• Iets minder dan gemiddeld: kurk, cellulair glas, PUR (zonder HFK’s, deze zijn per 2023 verboden).
• Afraders: schapenwol.

De volgorde verschilt per toepassing, constructie en zelfs per fabrikant. Het is daarom belangrijk om te kiezen voor een hoge isolatiewaarde en ervoor te zorgen dat het materiaal goed wordt aangebracht. Kijk op onze bedrijvenpagina voor de certificaten die de isolatiebedrijven hebben. Wanneer je zelf aan de slag gaat is het verstandig de aanwijzingen van de leverancier goed op te volgen.

Kijk voor meer informatie over het milieuprofiel van isolatiematerialen op www.nibe.info of op www.milieucentraal.nl

Tot 2030 is er vanuit de landelijke overheid de subsidieregeling voor isolatie, warmtepompen en zonneboilers (ISDE). Ook het laten aanbrengen van vloerisolatie valt onder deze regeling. Hier zijn wel bepaalde voorwaarden aan verbonden, meer informatie hierover kun je vinden op onze pagina over de ISDE-subsidie.

Of de gemeente aanvullende subsidies heeft, kan per gemeente verschillen. Om te controleren of er in jouw gemeente subsidie is voor vloerisolatie kan je de subsidiecheck doen op onze website.

Het kan natuurlijk voorkomen dat jouw vraag over vloerisolatie er (nog) niet tussen staat. Neem telefonisch contact op met één van onze adviseurs op 072 - 743 39 56 of stuur ons een e-mail met jouw vraag via het contactformulier, dan helpen wij je zo snel mogelijk!