Bezig met laden De actie op de pagina wordt geladen en verwerkt, een ogenblik geduld a.u.b.
Afbeelding Luchtdicht bouwen

Luchtdicht bouwen

Ongewenste ventilatie (infiltratie) wordt vaak verward met gecontroleerde ventilatie. Ongewenste ventilatie is altijd aanwezig en kan niet worden gestuurd. Bij het ventileren van een woning stuur je op de behoefte om voldoende gezonde, zuurstofrijke lucht. Het is van belang om ongewenste ventilatie via naden en kieren zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast adviseren wij bewust te ventileren op basis van een balansventilatiesysteem (met warmte-terugwinning) of een CO2-meter. 

Luchtdicht bouwen omvat alles rondom de tochtwering bij een woning. Met name bij nieuwbouwwoningen wordt luchtdicht bouwen een steeds belangrijker onderwerp. Dat wil niet zeggen dat we hier bij bestaande bouw niet naar kunnen kijken. De luchtdichtheid van naden en kieren bij bestaande bouw laat vaak te wensen over. Op onze pagina over tochtwering vertellen wij meer over het vinden van en het aanpakken van naden en kieren. 

Wat is luchtdicht bouwen?

Luchtdicht bouwen heeft te maken met de manier waarop alle elementen van een woning op elkaar aangesloten zijn. Door alles goed op elkaar aan te laten sluiten kan er weinig koude van buiten de schil van de woning binnen treden. Dit geldt uiteraard ook andersom; in de zomer kan warmte moeilijk van buiten naar binnen treden. Denk hierbij aan de aansluiting van de scharnierkap op de gevels of de aansluiting van het draaiende deel van het kozijn op het vaste gedeelte. Hierdoor ontstaat een nauwkeurig afgesloten schil waarin het klimaat uitstekend gereguleerd kan worden; zowel in de winter als in de zomer. 

In het huidige bouwbesluit zijn de normen voor wat betreft het luchtdicht bouwen erg beperkt. Als opdrachtgever bij nieuwbouw is het echter mogelijk (en aan te raden!) om strengere eisen te stellen aan het luchtdicht bouwen. In Nederland drukken we de luchtdichtheid van een woning uit met de Qv;10-waarde. Qv;10 staat voor het aantal liters per seconde dat verloren gaat per vierkante meter woonoppervlak (dm3/s per m2) bij een drukverschil van 10 Pascal op de gebouwschil. Dit geeft een indicatie hoe goed of slecht het met de luchtdichtheid van de woning is gesteld. Hoe lager de Qv;10-score, hoe luchtdichter de woning is.  

Vanuit de BENG-normen, norm bij het realiseren van een nieuwbouwwoning, worden al strengere eisen gesteld aan de QV;10-eis ten opzichte van het bouwbesluit. De mate van luchtdichtheid wordt ingedeeld in drie klassen: 

Klasse 1 Basis Qv;10 > 1 dm3/s.m2  Voldoet aan het Bouwbesluit, geen bijzondere eisen 
Klasse 2 Goed Qv;10 0,4 - 0,6 dm3/s.m2  Energiezuinig bouwen
Klasse 3 Uitstekend Qv;10 < 0,15 dm3/s.m2  Passief bouwen of andere vormen van zeer energiezuinig bouwen BENG 

In de praktijk is het echter ook zeer goed mogelijk om tussen de klassen ‘goed’ en ‘uitstekend’ in te zitten. Een Qv;10-waarde van < 0,35 tot 0,25 is goed te behalen wanneer de bouwer aandacht besteedt aan het bouwproces. Hierbij is het uiteraard van belang om de onderaannemers goed te instrueren hierover.

Voordelen van luchtdicht bouwen 

Luchtdicht bouwen draagt bij aan een comfortabele warme woning in de winter en een koele woning in de zomer. Daarnaast zijn er nog een aantal andere voordelen: 

  • Betere waterdichtheid: vocht van buitenaf kan minder makkelijk de constructie indringen; 
  • Betere geluidswering: geluidsgolven worden gedragen op lucht; 
  • Hoog comfortniveau: lekkage in de schil kan tot ongewenste luchtstromen leiden, wat bewoners ervaren als tocht; 
  • Voorkomen van vochtproblemen: bij lekken in de schil  kan warme lucht naar buiten stromen en leiden tot condensvorming in de constructie.  

Meten 

Om er achter te komen in welke mate een woning luchtdicht is, kan een luchtdichtheidsmeting worden uitgevoerd. Dit noemen we ook wel een blowerdoortest. Hierbij wordt in de deuropening een doek geplaatst met hierin een krachtige ventilator. Met deze ventilator is het mogelijk om de woning op onder- of overdruk te zetten. Bij onderdruk wordt de lucht uit de woning gezogen en zal lucht via naden en kieren de woning proberen binnen te komen. Bij overdruk wordt de ventilator omgedraaid en wordt er juist lucht de woning in geblazen. Hierdoor zal lucht ontsnappen via de naden en kieren naar buiten toe. 

Voorafgaand aan het uitvoeren van de meting wordt volgens een vast protocol de woning doorlopen. Hierbij wordt bijvoorbeeld de afzuigkap afgeplakt en het ventilatiesysteem uitgeschakeld door middel van tape of een ballon (zie afbeeldingen hieronder).  

 

Bij een meting op onderdruk kan met een rookstift (of infraroodcamera als het koud genoeg is) worden waargenomen waar lucht de woning binnen komt. De rookstift licht rood/oranje op wanneer er zuurstof via een naad de woning binnen komt. 

Bij een meting op overdruk kan met een rookapparaat in de woning aan de buitenzijde worden bekeken waar de ongewenste ventilatie aanwezig is.

Er is geen vast moment waarop een luchtdichtheidsmeting wordt uitgevoerd, maar in de praktijk wordt dit meestal gedaan zodra de nieuwbouwwoning wind- en waterdicht is en nog niet is begonnen met de afbouw. Op het moment dat er dan gebreken aan het licht komen, dan kunnen nog herstelwerkzaamheden worden verricht door de aannemer. Het is uiteraard ook goed mogelijk om een luchtdichtheidsmeting uit te voeren bij een bestaande woning.

Wat komen we tegen in de praktijk?

Doorvoeren meterkast 

 

De kruipruimte is een geventileerde ruimte. De doorvoeren langs de leidingen die de woningen binnen komen moeten daarom worden dichtgezet. Dit kan anders voor warmteverlies en onaangename toch in de gang zorgen. Zelfs in nieuwbouwwoningen, waar een speciale luchtdichte vloerplaat wordt toegepast, laat dit soms te wensen over. Bovenstaande foto is een beeld van een nieuwbouwwoning waar tijdens het aanbrengen van de dekvloer cement langs de leidingen is gekomen. Hierdoor sluit het manchet niet goed aan.

Aansluiting tochtstrip draaiend deel

 

Het is van belang om de draaiende delen van een kozijn goed te stellen. Daarnaast kan er ook worden gekozen om een dubbele of zelfs driedubbele kierdichting toe te passen:

het kozijn van de firma Reynaers

Op bovenstaande afbeelding is te zien dat het vaste gedeelte van het kozijn van de firma Reynaers op drie punten aansluit op het draaiende deel.

Luchtdichte doorvoer kanaal WTW

 

 

Bij het ventilatiesysteem wordt een speciale luchtdichte dakbeschotplaat (manchet) toegepast. Als de zonnepaneleninstallateur daar echter zijn bekabeling door aan brengt, dan is de luchtdichte plaat in de praktijk verre van luchtdicht.
Andere kritische punten in een woning kunnen o.a. zijn:

  • De brievenbus;
  • De aansluiting naar de deurbel;
  • Overige leidingdoorvoeren in de vloer (bijvoorbeeld de leidingen van de warmtepomp, leidingen van de keuken die door de kruipruimte lopen of een leiding van een buitenlamp);
  • De aansluiting van het (schuine) dak op de gevel;
  • De onderlinge aansluiting van scharnierkappen op elkaar;
  • De nokaansluiting van de (scharnier)kap;
  • De aansluiting van de kap op de gevel(s);
  • Woning scheidende wanden;
  • De aansluiting van de gevel op het vaste deel van het kozijn.

Alternatieve norm

In Nederland maken we gebruik van de Qv;10-norm. Dit is ooit besloten, maar in de markt worden steeds meer vraagtekens gezet of dit wel de juiste manier van meten is. Qv;10 is gebaseerd op een druk van 10 Pascal. Dit is te vergelijken met een kleine windkracht 2. In Nederland is de gemiddelde windkracht in het binnenland 2 tot 3, maar langs de kunst loopt dit op naar gemiddeld windkracht 4-5 over het jaar. Het is daarom de vraag of het slim is om in een windrijk land als Nederland gebruik te maken van een norm die is gebaseerd op (zeer) weinig wind. Zelfs in de ons omringende landen maken ze gebruik van een andere norm: de n50-waarde. Dit is te vergelijken met windkracht 4 à 5, wat eigenlijk veel passender is voor Nederland. 

Naast het verschil in windkracht heeft de n50 nog een ander verschil ten opzichte van de Qv;10-norm. De n50 wordt niet uitgedrukt in dm3/s per m2, maar in m3 per uur. Dit is dus gerekend naar de inhoud van het gebouw (m3) in plaats van vierkante meters oppervlakte. Als een gebouw 500 m3 aan inhoud heeft en het lekvolume is 300 m3 in een uur, dan is de n50: 0,6/uur. In onze ogen is dit beter in te beelden voor de gemiddelde bewoner. Dit is namelijk door te rekenen naar 24 uur. Bij het gebouw uit het voorbeeld moet dus ruim 14 keer per dag de inhoud van de woning weer opgewarmd worden naar het gewenste niveau.  

De onderstaande tabel geeft een indicatie van de verhouding van de Qv;10 ten opzichte van de n50

Qv;10 n50
1 8
0,4 3
0,15 0,6


 

 

 

Veel gestelde vragen

Zoeken op trefwoord