Het energieverbruik van een woning wordt niet alleen maar beïnvloed door de bouwtechnische eigenschappen zoals de dikte van het isolatiepakket en wat voor type glas er is toegepast. Ook jouw gedrag als bewoner beïnvloed de uiteindelijke energierekening aan het einde van het jaar. Hieronder nemen we je kort mee in de vier belangrijkste gedragsfactoren waarmee jij invloed kunt uitoefenen op de energierekening.
Slim verwarmen
Volgens Milieu Centraal kan voor een matig geïsoleerde hoekwoning uit 1970 al 60 kuub (m3) aardgas (€ 70,-) per jaar worden bespaard door de verwarming op de eerste verdieping uit te zetten. Ook het uitschakelen van de verwarming in ruimtes waar je niet of weinig bent en het sluiten van deuren bespaart warmte. Bij kleinere en beter geïsoleerde woningen zal dit effect wat kleiner zijn (maar nog steeds de moeite waard), bij grotere en slechter geïsoleerde woningen juist groter.
Zorg er ook voor dat de radiatoren niet worden geblokkeerd door de gordijnen, een kast of ander meubilair. Zo kan de warmte de ruimte beter bereiken.
Thermostaat instellen
Ook de manier waarop je de thermostaat bedient kan een behoorlijke impact hebben op de energieprestatie van de woning. Elke graad die je de thermostaat lager zet dan jouw standaard stookpatroon vermindert het gasverbruik met 7 tot 9%. Deze besparing geldt voor zowel oudere en minder goed geïsoleerde woningen als voor nieuwere en goed geïsoleerde woningen.
Bij minder goed geïsoleerde en oudere woningen is het daarnaast effectief om nachtverlaging toe te passen. Verwarm je jouw woning met radiatoren? Zet de thermostaat ’s nachts en als je overdag weg bent op 15 graden en bespaar een hoop energie! Bij voorkeur zet je de thermostaat een uur voordat je gaat slapen al op de nachtverlaging om nog wat extra te besparen. Verwarm je jouw woning met vloerverwarming? Dan kan het bij het toepassen van nachtverlaging te lang duren voordat de woning weer op temperatuur is. In dat geval kan je de thermostaat beter op 17 tot 18 graden laten staan.
Bewust ventileren
Ventileren is belangrijk voor het binnenklimaat van de woning en daarmee jouw gezondheid. Te weinig ventileren is niet goed voor de luchtkwaliteit in de woning, omdat de vocht- en CO2-concentratie dan ongezond hoog worden. Maar te veel ventilatie is ook weer niet wenselijk, omdat er dan onnodig veel warmte verloren gaat. Schaf daarom een CO2- en/of vochtmeter aan om de juiste ventilatiebehoefte inzichtelijk te maken. Hieruit kan je beoordelen of je wellicht te veel of te weinig ventileert. Afhankelijk van jouw woningtype kun je daarnaast op de volgende zaken letten:
- Laat ramen in het stookseizoen niet onnodig lang open staan. Het wijd openzetten van ramen heeft een grote impact op de warmtevraag. De ramen 15 minuten openen (luchten) is normaal gesproken al voldoende om de lucht te verversen.
- Zet, indien aanwezig, het mechanisch ventilatiesysteem op de laagste stand als je niet thuis bent.
- Breng een CO2-meter aan in een mechanisch ventilatiesysteem en zorg dat het systeem een vochtsensor in de badkamer heeft.
- Zorg voor ‘zelfregulerende’ ventilatieroosters.
- Denk bij een verbouwing na over de manier waarop je wilt ventileren. Een decentraal- of centraal balansventilatiesysteem kan automatisch op een energiezuinige wijze de woning van voldoende gezonde lucht voorzien.
(Korter) douchen
Volgens Milieu Centraal gaat gemiddeld 25% van het gasverbruik in de woning op aan verwarming van tapwater (voor douchen en in de keuken). Het verwarmen van douchewater kost veel energie en kan een behoorlijk deel uitmaken van de energierekening. Gas besparen met douchen kan op veel manieren, hier volgen een aantal voorbeelden:
- Door in plaats van ruim 7 minuten (gemiddeld voor Nederlanders) 5 minuten te douchen bespaar je al zo'n 45 m3 aardgas per persoon per jaar.
- Door een waterbesparende douchekop te installeren bespaar je gemiddeld ook zo'n 45 m3 aardgas per jaar. Stap onder de douche in plaats van in het bad; een keer in bad kost drie keer meer energie én water dan 5 minuten douchen.
- Laat met het verbouwen van de badkamer een warmteterugwininstallatie aanbrengen. Hiermee wordt het koude water dat naar de cv-ketel stroomt opgewarmd door het (nog steeds) warme water dat door de doucheput stroomt. Zo hoeft de cv-ketel 40-50% minder hard te stoken voor het opwarmen van douchewater.