Interviewer: Carlinde Adriaanse
Het huis in de Sterrenboslaan in Bloemendaal waar ik op een zonnige dag aanbel, is gebouwd in 1922. Toen Nienke Trap en haar man het in 2009 kochten moest het helemaal gemoderniseerd worden. Nienke vertelt: “Omdat het zo’n enorme onderneming was, hebben we het in stappen aangepakt. Er was geen centrale verwarming. Het belangrijkste dat we meteen hebben gedaan, is HR+++-glas erin gezet en het oude gijzertje vervangen voor een HR-ketel.”
“In 2011 hebben we de spouwmuur geïsoleerd. Dat hebben we gedaan op basis van een energieprestatieadvies dat we in 2010 hebben laten maken. Daar kwam een enorme lijst met aanbevelingen uit en er wordt eveneens aangegeven wat het aan energiebesparing oplevert. Maar het was voor ons ook vooral een comfortkwestie. Onze twee kinderen waren toen nog erg klein en die speelden vooral op de vloer. Die was erg koud en ook waaide de wind door het huis. De vloer is geïsoleerd met schelpen. Daar hebben we toen voor gekozen, omdat we aan de kust wonen en schelpen en duinzand hier de natuurlijke materialen zijn. Ik vond dat wel passen bij deze plek. Later hebben we een serre laten uitbouwen in 2012. En daar zit vloerverwarming onder.”
“In de keuken hebben we een radiator en voor de bijverwarming in de keuken hebben we een ouderwetse houtkachel. Een Frans kacheltje dat gemaakt is van emaille in het begin van de vorige eeuw; we kochten het op Marktplaats van iemand die deze kacheltjes verzamelt, opknapt en weer doorverkoopt. Het is eigenlijk een allesbrander. Hij kan in een korte tijd veel warmte produceren. Ze zijn in allerlei kleuren en modellen gemaakt in de jaren ‘20 in een fabriek in Frankrijk.”
Nienke plaatst wel een kanttekening bij haar verhaal over het houtkacheltje:
“Houtkachels en openhaarden leveren veel fijnstof op, dit geldt ook voor ons kacheltje. Dat is dus niet goed voor de luchtkwaliteit.” Nienke geeft aan dat zij de kachel echt alleen af en toe aanzetten en puur als sfeervolle bijverwarming gebruiken.
Carlinde: “Houtpellet-kachels zijn een duurzamer alternatief: ze zijn zuiniger want zetten 80% van de brandstof om in warmte en veroorzaken minder luchtvervuiling.”
Nienke vertelt dat ze duurzaamheid ook op andere levensterreinen probeert te betrekken: bij afvalscheiding, voeding, kleding en watergebruik letten we ook op de duurzaamheidsaspecten. Zo hebben we bijvoorbeeld bij de douche een zandlopertje hangen om het waterverbruik tijdens de douchebeurten qua tijdsduur te kunnen ‘monitoren’.”
Carlinde vraagt of ze ‘duurzaamheid’ meeneemt in de opvoeding van de kinderen?
Nienke: “Onze kinderen zijn vijf en acht en die nemen het gewoon mee in hun gedrag. Ik roep altijd in de winter ‘Licht uit!’ en dat doen ze nu ook vanzelf en als ik het een keertje vergeet hoor ik mijn dochter zeggen ‘Mam je moet het licht nog uit doen!’. Ja dat bewustzijn dat gaat eigenlijk vanzelf bij ze.”
Carlinde: “En wat is de rol van de school hierbij?”
Nienke vertelt: “De school is er wel hard mee bezig. Het is maar een kleine school en de school moet veel zelf doen. Er is nu net een nieuwe directrice. Ik probeer zelf ook wel bij te dragen. We hebben een groene oudercommissie opgericht om de directrice te ondersteunen bij het verduurzamen van het schoolgebouw. Dat staat ook als doelstelling in het nieuwe schoolplan voor de komende vijf jaar. Er is net een nieuw afvalscheidingssysteem in gebruik genomen. Daar ben ik heel blij mee, want de kinderen zijn het gewend om thuis hun afval te scheiden en nu kan dat dus ook op school.”
“En verder zijn er ook bewustwordingscampagnes zoals Groene Voetstappen, waarmee wordt gestimuleerd dat je met de fiets of lopend naar school gaat en niet met de auto. Er is ook heel weinig parkeerplek bij de school…”
Carlinde vraagt of haar man ook met duurzaamheid bezig is? Nienke legt uit hoe hij haar ondersteunt in alles en dat hij achter alle acties en ideeën van Nienke staat: “Hij zegt: ‘Doe het vooral’, en hij probeert op zijn manier daarbij stil te staan.” “Verder hebben we wel een auto, maar we gebruiken die zo min mogelijk. We reizen allebei met de trein voor ons werk en als we vliegen voor de vakantie dan proberen we dit altijd te compenseren door een boom te kopen.”
Carlinde: “Nienke, je hebt al heel wat maatregelen genomen in je huis, als je nu zo terugkijkt op al die ingrepen die jullie hebben gedaan, waar ben je dan het meest over te spreken, qua comfort, prijstechnisch en qua verbruik? Wat is nu in jouw ogen het meest effectief geweest en wat zou je anderen ook aanraden?”
Nienke: “De isolatie, de spouwmuur en dakisolatie, vooral de dakisolatie is het meest effectief, dus dat zou ik als eerste stap mensen aanraden die in een oud huis wonen zoals wij. En verder zou ik - zeker in een oud huis - tocht opsporen, kijken waar gaten en kieren zitten en die vullen met tochtstrips dat helpt ook heel erg om het comfortabeler te maken.”
Carlinde: “Heb je een idee van jullie feitelijke besparing die de maatregelen hebben opgeleverd?”
Nienke: “We begonnen met label E toen we hier kwamen wonen, als ik nu een nieuw label wil, betaal ik daar zelf voor en dat doe je dus vaak pas als je je woning zou willen verkopen. Maar als ik kijk naar het energieadviesrapport voor ons huis en als ik dan kijk naar alle adviezen en de maatregelen die we inmiddels hebben uitgevoerd, dan zouden we nu op een C moeten zitten denk ik. Het blijft natuurlijk toch een oud huis.”
Carlinde vraagt of er nieuwe maatregelen op het verlanglijstje staan die het gezin wil gaan nemen?
Nienke: “Wat ik zelf nog heel graag wil, is een zonneboiler. Als je nog aan het begin staat van een renovatie van een oud huis, dan zou je dat eigenlijk meteen moeten doen. Bij ons kwam het er nog niet van, omdat het budget op een gegeven moment op is.”
“En misschien dat we ook zonnepanelen nemen. Ons dak is redelijk geschikt weet ik, niet helemaal ideaal en daarom wacht ik nog even. De panelen worden nog steeds efficiënter en goedkoper.”